De tuin van Paushuize

Onlangs verscheen op de website van Oud-Utrecht een artikel over de geschiedenis van de tuin van Paushuize, geschreven door Michiel Plomp (oud-hoofdconservator van het Teylers Museum en bestuurslid van de Open Tuinendag in Utrecht).

Michiel Plomp vond onder andere deze mooie foto van de tuin van Paushuize, met commissaris van de koning Alexander baron Schimmelpenninck van der Oye en zijn vrouw jonkvrouw Sophie Frederique Mathilde van Bronkhorst in 1905. Blijkbaar stond er een rieten tuinhuisje in de weelderig groene tuin.

Foto: RKD, Den Haag

Toen Paushuize kantoor van de Provincie Utrecht was, werd de binnenplaats betegeld en gebruikt als parkeerplaats. Een heel ander beeld levert deze foto uit begin jaren negentig van een fietstocht met hindernissen door provincieambtenaren, (met op de achtergrond commissaris van de koning Beelaerts van Blokland):

Foto: Het Utrechts Archief

Lees het artikel hier: Vijf eeuwen groen bij Paushuize

Lezing Historisch Café

Afgelopen vrijdag heb ik tijdens het Historisch Café van de Vereniging van Oud Utrecht een lezing gegeven in de Bibliotheek op het Neude: ‘Paus Adrianus IV: cultuurbarbaar in Rome, smaakmaker in Utrecht’.

Paus Adrianus VI was een sobere paus die niet van de pracht en praal van het Vaticaan hield. Sterker nog, hij wilde de fresco’s van Michelangelo in de Sixtijnse kapel verwijderen en de antieke ‘heidense’ beelden uit de tuin van het Belvedère afsluiten. Kortom: een cultuurbarbaar, in de ogen van de Romeinen.

Dit imago is echter grotendeels onterecht. Adriaan had weliswaar geen humanistische opvoeding gehad, maar stond wel open voor de nieuwe, door de antieke oudheid geïnspireerde kunst, bood mede-Utrechter Jan van Scorel de kans zich te ontwikkelen tot Renaissancekunstenaar én bouwde het – voor die tijd – grootste huis van Utrecht: Paushuize.

Tegenwoordig is het eenzijdige beeld van Adriaan aan het kantelen. Sterker nog, tegenwoordig is Adriaan overal te zien: een standbeeld, een boek, graffiti in de stad… En ook op het journaal, want afgelopen januari was het 500 jaar geleden dat hij tot paus gekozen werd. Hiermee werd het Adrianusjaar afgekondigd.

De lezing is gestreamd en is hier terug te bekijken:

Verschenen: artikel in Jaarboek Oud Utrecht

Afgelopen weekend is het Jaarboek Oud Utrecht gepresenteerd, met daarin een artikel van mijn hand. Dit artikel gaat over de ontbrekende schilderingen in de Balzaal van Paushuize. Na de restauratie is de Pompeiiaanse zaal van Paushuize grotendeels in ere hersteld. Opvallend genoeg ontbreken juist de grootste en meest in het oog springende schilderingen van het oorspronkelijke ontwerp. Deze ‘danseressen’ zijn direct te herleiden zijn tot de vroegst ontdekte archeologische vondsten van Pompeii. Dankzij gravures en beschrijvingen in de literatuur is het mogelijk om tot een reconstructie te komen.


Tijdens de presentatie, die vanwege de aangescherpte coronamaatregelen via Zoom plaatsvond, heb ik een korte lezing gegeven. Het jaarboek is hier te bestellen. Lees het artikel hier.

Interview artikel Tijdschrift RCE

In de depots van vier kunstinstellingen wordt momenteel hard gewerkt aan één van de grootste kunstverhuizingen ooit: naar het nieuw gebouwde Collectie Centrum Nederland (CC NL). Medewerkers van het Rijksmuseum, Paleis Het Loo, het Nederlands
Openluchtmuseum en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) zijn druk bezig deze reuzenoperatie voor elkaar te krijgen.


Als één van de projectcoördinatoren werd ik geïnterviewd voor het tijdschrift van de RCE. Lees het artikel hier:

Nieuwe video over Paushuize

De Provincie Utrecht, eigenaar van Paushuize, organiseert sinds de coronacrisis voor alle medewerkers de Provincietour. Via Teams krijgen de veelal thuiswerkende collega’s een inkijkje in elkaars werk. Vandaag was het de beurt aan Paushuize. Lex Martens, beheerder van Paushuize, en ikzelf, werkten mee aan een video die eerst via Teams werd vertoond en beantwoordden daarna ieders vragen.

Nu de video in première is gegaan, is die voor iedereen te zien. Bekijk ‘m hieronder!


Bulletin Kunsthistorici

Sinds een tijdje maak ik deel uit van de redactiecommissie van het Bulletin Kunsthistorici, het tijdschrift van de Vereniging voor Nederlandse Kunsthistorici. Voor het nieuwste nummer interviewde ik twee kunsthistorici (Teun Bonenkamp en Valentijn Carbo) over de uitdagingen én kansen die de coronacrisis in de erfgoedsector biedt.


Bekijk het nummer hier.


Terug naar Pompeii: artikel voor Oud Utrecht

Foto: Arjan den Boer

In het augustusnummer van Tijdschrift Oud Utrecht is mijn artikel over de Pompeiiaanse schilderingen in de balzaal van Paushuize verschenen.

In 2008 werd een bijzondere ontdekking gedaan in Paushuize. Achter lagen verf, spiegels en voorzetwanden kwamen laat-19e-eeuwse wandschilderingen tevoorschijn, geïnspireerd op Pompeii. Zulke schilderingen komen in Nederland maar zelden voor. Zoals in Pompeii de huizen eeuwenlang bedekt waren onder vulkaanas, was het Utrechtse interieur decennialang aan het oog onttrokken. Dankzij minutieuze restauratie en reconstructie zijn ze weer zichtbaar geworden. Ze vertellen het verhaal van een uit het zicht verdwenen internationale interieursmaak die nu weer gewaardeerd wordt.

Bestel het nieuwe nummer hier.

Twitterrondleiding #8: Paushuize en de stad

Omdat Paushuize van de Provincie Utrecht is gesloten in verband met de coronacrisis, deel ik als conservator wekelijks de leukste inkijkjes. Een virtuele rondleiding (ook te volgen via Twitter), met beeldmateriaal van o.a. het Utrechts Archief en Museum Catharijneconvent. Dit keer: Paushuize en de stad.

Terwijl Adriaan van Utrecht in Spanje verbleef om in opdracht van Karel V de troonopvolging van Karel te regelen, liet hij in 1517 een huis bouwen in zijn geboortestad. Een machtig man als hij kocht natuurlijk niet zomaar een lapje grond – hij koos een bijzondere plek in de stad.

Zijn huis werd gebouwd op het terrein van de immuniteit van Sint Pieter. Dat prachtige laatgotische huis kennen we allemaal onder de naam Paushuize, maar die naam kreeg het pas toen Adriaan in 1522 tot paus werd gekozen.

Foto: Catharijneconvent, Utrecht

Het huis was gebouwd in afwisselende lagen van baksteen en natuursteen, met een trapgevel afgezet met pinakels en een Salvatorbeeld, dat verwees naar het kapittel van Sint-Salvator, waar Adriaan proost was. Het huis is opvallend lang en smal, met traptorens aan de korte kanten.

Foto: Heirloom

Het huis stond oorspronkelijk op het terrein van het kapittel van Sint Pieter. Kanunniken (geestelijken) hadden stukken grond rondom de kapittelkerk in bezit, vaak afgesloten van de stad door muren, water of poorten – immuniteiten genoemd. Gewone burgers kwamen hier niet.

In de tijd van Adriaan bestond ongeveer eenderde van de stad uit immuniteiten – ze maakten dus een substantieel deel uit van de leefomgeving. Nog altijd zijn de immuniteitsgrenzen te zien in de blauwdruk van de stad, bijvoorbeeld op de open plekken van het Janskerkhof en het Domplein.

Hoe zag zo’n immuniteit eruit? Deze tekening uit 1604 van de immuniteit van St. Jan geeft een indruk: de kerk staat in het midden, de grote kanunnikenhuizen eromheen, gericht op de kerk. Ze verbouwden hun eigen voedsel, dus midden in de stad waren er boomgaarden en moestuinen. De immuniteit werd in dit geval begrensd door muren en water.

Het Utrechts Archief

Een groene oase in de stad, met grote huizen op ruime percelen; dat had Adriaan niet slecht bekeken. Zijn huis stond aan de rand van de immuniteit van Sint-Pieter, die o.a. omgrensd werd de Kromme Nieuwegracht, zoals te zien op deze kaart naar Braun circa 1570.

Het Utrechts Archief

Maar Adriaan was toch geen kanunnik van de Sint Pieter? Dat klopt, maar de regels waren in de loop der tijd soepeler geworden. Grond binnen de immuniteiten werd verkocht aan andere rijke geestelijken en later zelfs leken. Wel was Adriaan gebonden aan enkele regels, zo blijkt uit de overdrachtsakte van 1517: de nieuwe bewoner moest het kapittel welgevallig zijn en zich gedragen als een medebroeder. Ook mocht Adriaan geen herberg beginnen, geen ambachten uitoefenen en geen kraam- of kinderbedden hebben, en geen ’tappinge van bier of wijn’.

Na de reformatie werden de immuniteiten afgeschaft. De groene enclave is bebouwd; Paushuize staat nu op een levendige plek in het hart van de stad. Een plek die, zoals blijkt, met zorg was gekozen en ons veel vertelt over Adriaans bevoorrechte positie.

Twitterrondleiding #7: wachthuisjes

Omdat Paushuize van de Provincie Utrecht is gesloten in verband met de coronacrisis, deel ik als conservator wekelijks de leukste inkijkjes. Een virtuele rondleiding (ook te volgen via Twitter), met beeldmateriaal van o.a. het Utrechts Archief. Dit keer: de wachthuisjes.

Foto: F.F. van der Werf, Het Utrechts Archief

Eind 2017 werd Paushuize benaderd door het Nationaal Militair Museum Soesterberg. In het depot was men op twee wachthuisjes gestuit, die bij Paushuize hadden gehoord. Of er interesse was om ze terug te plaatsen?

Ze waren in niet al te beste staat, maar aan de detaillering van de sierscharnieren, de kleine lancetvenstertjes en de gotische sierlijst was wel te zien dat dit prestigieuze gebouwtjes waren geweest, die bovendien mooi aansloten op de zestiende-eeuwse architectuur van Paushuize.

Foto: Mark Sodaar, Provincie Utrecht

Niemand kon zich herinneren dat er ooit wachthuisjes voor Paushuize hadden gestaan, maar uit prenten en foto’s uit Het Utrechts Archief bleek dat er wel degelijk een tijd geweest was waarin de wachthuisjes op de brug naar het poortgebouw hebben gestaan.

Bij nadere bestudering bleek zelfs dat er drie type wachthuisjes waren geweest. Vanaf halverwege de negentiende eeuw tot circa 1875 hadden de wachthuisjes een hoog, puntig dak, zoals te zien is op dit detail van een stereofoto uit 1857.

Foto: Het Utrechts Archief.

Hierna zijn deze daken vervangen door een ronde, lagere variant. Deze zien we op de volgende foto door C. Marcussen uit 1875.

Foto: Het Utrechts Archief.

Pas op foto’s rond 1900 zijn de huisjes in hun huidige verschijningsvorm te zien (zie foto uit circa 1900. Deze huisjes hebben tot 1936 dienst gedaan; na die tijd zien we ze niet meer op foto’s terug.

Foto: Het Utrechts Archief.

Waarom wachthuisjes? Ze werden geplaatst toen Paushuize als ambtswoning voor de gouverneur van de Provincie Utrecht (later commissaris van de Koning(in)) in gebruik werd genomen. Mogelijk symboliseerden de (onbemande) wachthuisjes de militaire rol die de gouverneur in die tijd had.

De commissaris was namelijk bevelhebber van de krijgsmacht in de provincie. Op deze foto van F.F. van der Werf uit 1934 zien we commissaris s’Jacob en zijn vrouw, temidden van militaire autoriteiten, kijkend naar een militair defilé. Achter hen: de wachthuisjes.

Foto: Het Utrechts Archief.

Nadat de wachthuisjes door het Nationaal Militair Museum zijn overgedragen aan de provincie, zijn ze gerestaureerd door bouwbedrijf Jurriens en schildersbedrijf Van Doorn. De oorspronkelijke kleuren zijn teruggebracht op basis van kleuronderzoek door Claudia Junge.Sindsdien hebben de wachthuisjes een nieuwe plek op de binnenplaats gekregen. Ze hebben geen symbolische functie meer, maar horen bij de geschiedenis van Paushuize. De feestelijke onthulling gebeurde in 2018 door de toenmalige Commissaris Willibrord van Beek.

Foto: Froukje van der Meulen.