Twitterrondleiding #8: Paushuize als plek van vertier

Omdat Paushuize van de Provincie Utrecht is gesloten in verband met de coronacrisis, deel ik als conservator wekelijks de leukste inkijkjes. Een virtuele rondleiding (ook te volgen via Twitter), met beeldmateriaal van o.a. het Utrechts Archief en Delpher. Dit keer: Paushuize als plek van vertier.

Als woning van de latere paus Adrianus VI heeft Paushuize altijd een zeker aanzien gehad in Utrecht. Het pand is in de volksmond altijd Paushuize blijven heten, en ook al heeft er nooit een paus gewoond: regenten, edellieden, koningen en gouverneurs resideerden er wel degelijk.

Toch kent de geschiedenis van Paushuize ook een meer lichtvoetige kant, als feestgebouw, logement, koffiehuis, concertzaal en danslocatie. Ook sinds de restauratie in 2011 worden er bruiloften, borrels, buluitreikingen, boekpresentaties en lezingen georganiseerd.

Duik in het rampjaar 1672 (de Republiek was in oorlog met Engeland, Frankrijk, Münster en Keulen): een Franse legereenheid verscheen onder bevel van kolonel de Rochefort aan de Wittenvrouwenpoort – Utrecht werd bezet. De eigenaar van Paushuize, Johan van Bempden, vluchtte weg.

Paushuize werd in beslag genomen door François de Montmorency, hertog van Luxemburg en opperbevelhebber van het Franse leger, hier op een prent uit 1674 van het Utrechts Archief. Hij gebruikte Paushuize om feestelijke diners te organiseren, die soms eindigden in wilde drinkgelagen.

Het Utrechts Archief

In 1795 werd Paushuize verkocht aan Willem Gravelaar, een eenvoudige kok en pasteibakker, die de stap nam om een chique logement te beginnen. Hij adverteerde met zijn ‘ouds vermaarde en alom beroemde huizinge genaamd Groot-Paushuizen’ voor maaltijden en dans- en andere partijen.

Zijn logement met tuin, theekoepel en binnenplaats met koetsenparkeerplaats liep goed en trok gasten van hoog aanzien. In een schetsboek van de gebroeders Utenhove rond 1800 zien we een goed gevuld etablissement, met mensen achter ramen en muzikanten op straat.

Het Utrechts Archief

In 1799 organiseerde Gravelaar in Paushuize een ‘vauxhal en redoute’ (kermis- en dansfeest), met muziek en dans, in de aangename, mooi verlichte tuin. Entree: een gulden tien stuivers. Inbegrepen: verversingen van de koude keuken.

Advertentie in Utrechtsche Courant, via Delpher

Gravelaars beroemdste gast was de vrouw van Lodewijk Napoleon, Hortense. Zij overnachtte hier in 1807 op reis van Mainz naar Den Haag. De weduwe Gravelaar (Willem was in 1804 overleden) greep daarop de kans het logement naar haar te vernoemen: ‘hotel van de koningin van Holland’.

In 1813 werd Paushuize overgedragen aan de stad: het werd een koffiehuis. Het stadsmuziekcollege gaf hier uitvoeringen, er waren concerten en tijdens de kermis nachtelijke feesten. De toegangsprijzen waren hoog, het publiek was vermogend, maar winstgevend bleek het niet te zijn.

Een jaar later werd Paushuize aan het Rijk verkocht als woning voor de gouverneur. De vergaderzaal voor de Staten van Utrecht, die in 1830 werd toegevoegd, werd al gauw gebruikt als receptie- en feestzaal voor de Provincie Utrecht.

Diner in de Spiegelzaal, 1980, Het Utrechts Archief.

Zo was er in 1938 een verrassingsbezoek van Juliana en Bernhard op de jaarlijkse dansavond. De krant meldt: ‘Op den stillen binnenhof van Paushuize klonken de melodieën van tal van dansen naar buiten’. Pas rond half 2 vertrok het hoog bezoek weer, uitgezwaaid door de Commissaris.

Het lijkt nu allemaal ver weg, de feesten, diners en groepsbijeenkomsten. Maar het komt wel weer terug! Paushuize is en blijft een plek van vertier, waar mensen samenkomen om elkaar te ontmoeten – al is het voorlopig op veilige afstand. Tot volgende week!

Foto: Heirloom